Uit: Teunis van Toon Tellegen (…) Maar Teunis was niet blij. Zijn hoofd zat vol met gedachten. Overal in zijn hoofd zaten gedachten. Achter zijn ogen, in zijn oren, tot in het puntje van zijn slurf. Honderden gedachten. Ze zaten door elkaar heen en duwden elkaar opzij. Ze wilden allemaal vooraan staan […]